Altaarstukken Antonio Vivarini

Antonio Vivarini (Venetië, ca. 1418 – 1476/1484), stond aan het hoofd stond van een belangrijke kunstenaarsfamilie in de overgangsperiode van de late gotiek naar de renaissance.

Vivarini, bijgenaamd da Murano, is vooral beroemd vanwege zijn grandioze, rijk gedecoreerde veelluiken in vergulde lijsten. De vorm van deze polyptieken, gekenmerkt door een samenstel van afzonderlijke panelen, bekroond door gevels en pinakels, sloot nauw aan bij de vorm van de gotische kerkarchitectuur van die periode.

Antonio maakte deze veelluiken vaak samen met zijn uit Duitsland afkomstige zwager Giovanni d’Alemagna – in zo perfecte symbiose dat er haast geen verschil tussen beiden zichtbaar is – en met de medewerking van zeer vaardige meesters in het bewerken van ebbenhout.

Veelluiken in de San Tarasio-kapel

Het veelluik van de Maagd Maria, het veelluik van de Heilige Sabina en het veelluik van het Corpus Christo  werden vervaardigd in 1443, één jaar later dan de fresco’s van Andrea del Castagno, niet in renaissancestijl, maar in de zuiverste gotiek.
De eerste indruk van het priesterkoor wordt bepaald door de pracht van deze drie veelluiken met hun weelderige gebeeldhouwde en vergulde lijsten en de levendige kleuren van de verschillende heiligen. De Capella d’Oro dankt haar naam aan de werken in deze ruimte.

Veelluik van de Maagd Maria

Veelluik Maagd Maria - Tarasio
Veelluik Maagd Maria

Op het altaar staat het grootste veelluik, het Veelluik van de Maagd Maria, een indrukwekkend werk van bovengenoemde kunstenaars, op het middelste gedeelte na.

De panelen met de heiligen Biagio en Martinus aan weerszijden van de Tronende Maagd met Kind zijn gesigneerd en gedateerd (1385) door de Venetiaanse schilder Stefano da Sant’Agnese.

De heiligen op de buitenste panelen, Marcus en Elisabet, werden geschilderd door Giovanni d’Alemagna en Antonio Vivarini.  Onder de houten heiligenbeelden vinden we rechts de heilige Helena ten voeten uit, en aan de linkerkant de heilige Marina, beiden duidelijk verwijzend naar de opdrachtgevers Elena Foscari en Marina Donato.

De predella met episodes uit het leven van de H. Apollinaris van Ravenna wordt met enige bedenkingen toegeschreven aan Stefano da Sant’Agnese.

Veelluik van de Heilige Sabina

Veelluik Tarasio - Heilige Sabina
Veelluik Heilige Sabina

Volgens een legendarische Vita uit de zesde eeuw was Sabina een rijke vrouw, die werd bekeerd door haar slavin, de latere martelares Sint Serapia. Zij stierven beiden de marteldood te Rome in het begin van de tweede eeuw.

Zoals zovele heiligen heeft Sabina waarschijnlijk nooit bestaan. Haar stoffelijke resten (zij liggen begraven in de marmeren sarcofaag waarop het altaarstuk rust) werden ‘gevonden’ ter gelegenheid van de bouw van de kerk van Santa Sabina in Rome. Haar feest wordt gevierd op 29 augustus.

Naast Sabina staan de kerkvader Hiëronymus (van wie het klooster geen enkele relikwie bezat, maar die volgens traditie altijd in verband wordt gebracht met Achilleus en Nereus), en de obscure Sint Lizerius, een Spaanse soldaat die werd doodgehamerd en wiens lichaam naar de San Zaccaria gebracht zou zijn.
De heilige in de nis linksboven, Margherita, herkenbaar aan de draak, is de patroonheilige van de opdrachtgeefster, Margherita Donato. In de rechternis staat de heilige Agatha

Veelluik van het Corpus Christi

Veelluik Corpus Christi
Veelluik Corpus Christi

Het thema van het Corpus Christi altaarstuk, de Man van Smarten, de lijdende Christus die na zijn dood als levende figuur zijn wonden toont en rechtstreeks een beroep doet op de compassio, het medelijden van de gelovige, was in de Venetiaanse kunst zeer populair.

Merkwaardig genoeg wordt een van de kostbaarste relieken, de ampul met het Heilig Bloed, niet bewaard in dit altaarstuk, maar in dat van de Heilige Sabina (achter het luikje met de afbeelding van een engel en met het opschrift Hic Sanguis Christi). In dit altaarstuk werd het Allerheiligste bewaard achter een gedecoreerd deurtje met de half-figuur van Christus in bas-reliëf, omgeven door half-figuren van zijn voorouders, de zogenaamde Boom van Jesse.

Boven het deurtje staat een groep wenende vrouwen, eveneens in bas-reliëf, terwijl we op het tweede register, nog steeds op de centrale as, de Verrezen Christus aantreffen.

wenende vrouwen
wenende vrouwen

Achter de Christusfiguur treffen we een buitengewoon heuvelachtig geschilderd landschap aan – nooit eerder aangetroffen – dat nog eens aangeeft hoeveel Antonio Vivarini in deze beginfase geleerd heeft van Gentile da Fabriano.

Op de sarcofaag onder het Corpus Christi altaarstuk verwijst de inscriptie naar de heiligen Pancratius, Nereus en Achilleus. Hun stoffelijke resten werden begraven in de marmeren sarcofaag onder het altaarstuk. Hun ‘beelden’ staan in de nissen links en rechts. Pancratius (linkernis) wordt vergezeld van paus Gaius, de paus verantwoordelijk voor zijn bekering.

Foto Wenende vrouwen: Scato van Opstall
Afbeeldingen: Web Gallery of Art