San Tarasio-kapel: achterzijde altaarstuk

Door Bernard Aikema

Wij kennen allemaal de San Tarasio-kapel in onze Venetiaanse “huiskerk”, de San Zaccaria. Die prachtige gotische kapel vormde de koorruimte van de oude San Zaccaria, de voorganger van de huidige renaissancekerk. In deze kapel werd een bijzondere ontdekking gedaan op de achterzijde van het altaarstuk.

De Stichting Nederlands Venetië Comité  (SNVC) met de Poorters heeft in de Tarasiokapel belangrijke restauraties verzorgd: de veneto-byzantijnse mozaiekvloer, de vroegrenaissance fresco’s van Andrea del Castagno, en bovenal, de drie grote veelluiken van Antonio Vivarini, Giovanni d’Alemagna en Ludovico da Forli, hoogtepunten van de late Gotiek niet alleen in Venetië, maar in heel Noord-Italië. Het is dit stijlpluralisme op topniveau dat de Tarasio-kapel zo bijzonder maakt.

Er is nog wel meer te zien – en eventueel te restaureren in ‘onze’ Tarasio-kapel, maar afgezien van de crypte (een verhaal apart) dachten wij dat wij ons werk netjes gedaan hadden: de Tarasio-kapel met al zijn meesterwerken leek keurig ‘afgewerkt’.

Toch hadden wij niet helemaal goed gekeken, want het centrale veelluik van Antonio Vivarini en associes is niet alleen aan de voorkant, maar ook aan de achterkant beschilderd. En wel op een heel bijzondere manier.

Een duik in de geschiedenis

De kerk van San Zaccaria kwam in de Venetiaanse ecclesiastische hiërarchie op de tweede plaats, na de “cappella” van de Doge; de San Marco-basiliek. Dat is vanwege de schat aan relieken die de kerk bezat en die tot de grote attracties van de stad behoorden. Deze relieken waren keurig opgeborgen in een kast aan de achterzijde van het grote Vivarini-veelluik dat als hoogaltaarstuk van de nonnenkerk dienst deed – en waarvan wij de voorzijde, zoals gezegd, met zoveel enthousiasme in verschillende stadia hebben gerestaureerd (eerst het beschilderde gedeelte, daarna de houtsculptuur). Die kast bestaat nog, en is alleen zichtbaar voor de weinige uitverkorenen die achter het altaar werden (en worden) toegelaten.

Het bijzondere is dat Antonio Vivarini de kast van een beschildering heeft voorzien. In twee rijen stelde hij er de heiligen op voor wier relieken met zoveel zorg bewaard werden. Natuurlijk is de ereplaats voor de heilige Zacharias, naamgever van de kerk, en voor Christus, wiens beeltenis de reeks bekroont met een voorstelling waarin wij zien hoe het heilbrengend bloed uit de zijdewond in een kelk spuit. Vijftien monumentale figuren van heiligen, en, helemaal onderaan, twee “innocenti”, slachtoffertjes van de Bethlehemse kindermoord, van wie eveneens relieken aanwezig waren.

achterkant reliekenkast
achterkant reliekenkast

Een “vergeten” schildering, maar heel bijzonder, niet alleen vanwege het opmerkelijke verhaal eromheen, maar ook om de vorm, de wijze van voorstellen. Want al is de omlijsting van de figuren “nog” gotisch, zij zijn in een kikvorsperspectief geplaatst. Dat is een uitvinding van de grote meesters van het renaissance-perspectief, Andrea del Castagno. Del Castagno werkte notabene in dezelfde kapel van beeldhouwer Donatello, die in het nabijgelegen Padua actief was en van de jonge Andrea Mantegna, die daar ook opgroeide. Padua, waar ook Vivarini in deze jaren belangrijke opdrachten had. Vanuit deze inspiratie breekt hier het besef van een nieuw illusionisme door.

Een (kleine) mijlpaal, deze vergeten schildering van Antonio Vivarini. Vergeten en verwaarloosd. Consolidatie en restauratie zijn dringend geboden. Daarover zijn Soprintendenza (monumentenzorg), SNVC en de Poorters het roerend eens. Vandaar dat de schildering van de reliekenkast ons volgende project wordt, niet zo duur en voor iedereen zichtbaar als de gevel van de kerk, maar buitengewoon opportuun, een juweeltje.

En natuurlijk: met de Soprintendenza zijn wij nu al mogelijkheden aan het bestuderen om de schildering, als zij eenmaal is gerestaureerd, voor iedere bezoeker zichtbaar te maken en niet alleen voor de ‘happy few’, zoals nu en in het verleden.

Foto’s: Robin Bolten